Bloggers

Een overzicht van blogs geschreven door aanbieders die zich hebben aangesloten bij e-Learning.nl.


Van Wilfred Rubens (redactie) | 07-09-2015 | Article Rating | (0) reacties

Moet blended learning een minimaal percentage online leren bevatten?

In de praktijk wordt vaak een brede definitie gehanteerd van ‘blended learning’. Hoe zinvol is het om deze term af te bakenen op basis van percentages online leren of via de locatie waar geleerd wordt?

Pesto

Foto: foodistablog

Discussies over definities zijn een noodzakelijk kwaad. Aan de ene kant zijn er veel belangrijkere dingen om ons druk over te maken. Een discussie over terminologie is vaak vermoeiend, en zelden inspirerend. Anderzijds praten we gemakkelijk langs elkaar heen als we niet helder hebben wat we waar onder verstaan.

Dit is bijvoorbeeld aan de hand met blended learning. Mensen als Paul Kirschner vinden dit begrip maar niets omdat leren per definitie bestaat uit een mix aan leeractiviteiten. Bovendien hebben ‘onderwijskookgekken’ niet bepaald een positieve associatie bij eten dat uit een ‘blender’ komt. Pesto (zie foto), sommige soepen, smoothies en mijn pasta met tomaten-pistachesaus wellicht uitgezonderd.

Ik definieer blended learning tot nu toe als een mix van leren via internet (synchroon en/of asynchroon) en leren tijdens bijeenkomsten waar lerenden fysiek aanwezig zijn (contigu). Als dit een onderscheidend criterium is, dan is dus niet al het leren ‘blended’. Verder kan de mix uit tal van elementen bestaan, zoals verschillende leertechnologieën, samenwerkend en/of individueel leren of meer of minder zelfsturing.

Beschrijvingskader_blended_learning_docxIn mijn beschrijvingskader onderscheid ik verder onder andere de mate waarin je online leren toepast, en de plek waar online wordt geleerd (op school vs elders).
De laatste tijd kom ik steeds vaker publicaties tegen waarin staat dat pas sprake is van blended learning als minimaal 30 en maximaal 80% van de leeractiviteiten online plaats vinden. Of dat minimaal één geprogrammeerde leeractiviteit NIET op school wordt uitgevoerd.

Als je deze criteria hanteert dan is ‘blended learning’ opeens waarschijnlijk niet meer de ‘default’ manier van leren (wat ik wel eens heb beweerd). Er zijn op dit moment vermoedelijk weinig opleidingen (instellingen voor afstandsonderwijs uitgezonderd) waarvan minimaal 30% van de leeractiviteiten online worden uitgevoerd. Verder zal ‘blended learning’ opeens minder worden toegepast in het voortgezet onderwijs en mbo, omdat men daar online leren vaak op school toepast (ik heb het dus over geprogrammeerde leeractiviteiten).

De vraag is echter hoe zinvol deze criteria zijn. Hoe zinvol is het in hemelsnaam om te gaan turven hoeveel geprogrammeerde leeractiviteiten online worden uitgevoerd? Wordt de inzet van ICT daardoor geen doel op zich? En waarderen we op deze manier wel zelfgestuurde online leeractiviteiten (die niet geprogrammeerd zijn)?

De oplossing ligt volgens mij in het vaker vermijden van de term ‘blended learning’ en het veel specifieker benoemen, beschrijven en vooral onderbouwen van didactische modellen waarbinnen online en contigu leren worden gecombineerd.


Lees het hele artikel


Hoe waardeert u deze bijdrage?




Reacties

Plaats hieronder uw reactie.

Naam (verplicht)

E-mail (verplicht)

CAPTCHA Afbeelding
Voer de hierboven staande code in: